Hondsdraf is een zeer algemeen voorkomend
kruid met kleine roosachtig rode tot paarsachtig blauwe bloemen, lange, kruipende stengels en ronde, gelobde blaadjes.
Eigenschappen
De plant werd gebruikt om wonden mee te genezen, het helpt bij astma, hoest en bronchitis, verkoudheid en keelpijn en is preventief bij hooikoorts. Het verzacht de pijn, die wordt veroorzaakt door brandnetels. De blaadjes moeten worden gekneusd en dan op de pijnlijke plek worden gelegd.
Het is culinair in onbruik geraakt.
De plant bloeit van april tot juni. De blaadjes worden geplukt in de lente tot het begin van de zomer, later wordt het (te)
bitter. Vaak groeit de plant ook in de buurt van de brandnetel.
De Saksen gebruikten hondsdraf om hun
bier op smaak te brengen en om het helder te maken. Hondsdraf is
bitter en het heeft een eetlustopwekkende effect.
In België is het verboden deze plant te gebruiken in voedingsmiddelen.
Herbivoren (planteneters) lusten over het algemeen geen hondsdraf. Voor veel beesten is het zelfs giftig, zoals paarden en muizen. Runderen kunnen er wel tegen en eten het zonder enig probleem. Voor de mens schijnt het niet giftig te zijn.
Hondsdraf bevat o.a.
looistoffen, etherische olie, tot 7 %
tannine, Glechonine (bitterstof) en saponien. Verder
vitamine B en C (50
mg per 100 gram), choline (B4) en de mineralen
kalium, calcium, silicium en ijzer.
Benamingen
Latijnse benaming is 'Glechoma hederacea'.
Hondsdraf werd in de Middeleeuwen “wondrav” (rav = rank) genoemd, hetgeen verbasterd werd tot hondsdraf.
Volksnamen: Aardveil, Bierhoef, Blauwe Muur, Donderbloem, Duivelskandelaar, Eerdkranskes, Eertveldlovere, Galbloem, Grondklimop, Hoefijzertje, Kikkerbalsem, Kruip-door-de-tuin, Onderhage, Onderhave, Paardevoetje, Tongerbloem (Fries), Weerkruipertjes, Weeskindertjes, Zere-ogenbloem.
Vertalingen
- Duits: Gundermann, Engelskraut, Totenkraut
- Engels: Ground-ivy, Creeping Charlie
- Frans: Lierre terrestre
Links naar
Referenties